Stichting Reprorecht wil in de toekomst alle correspondentie digitaal versturen.



Als u toekomstige correspondentie, facturen, etc. digitaal wilt ontvangen, vul dan hier uw (facturatie)e-mailadres in.


Bezig met verzenden...
Sluiten

Stichting Reprorecht wil in de toekomst alle correspondentie digitaal versturen.

Als u toekomstige correspondentie, facturen, etc. digitaal wilt ontvangen, vul dan hier uw (facturatie)e-mailadres in.

Bezig met verzenden...
Sluiten

Stel een nieuw wachtwoord in voor uw account


Bezig met verzenden...
Sluiten

U heeft uw Verklaring Geen Gebruik succesvol bevestigd.



Binnen 3 weken ontvangt u van ons een creditfactuur. U kunt onderstaand uw e-mailadres voor digitale facturen opgeven. Als u geen e-mailadres opgeeft, verzenden wij de factuur naar het e-mailadres waarop u de Verklaring ontving.


Bezig met verzenden...
Sluiten
English

Veranderingen stelsel voor verdeling en uitkering reprorechtvergoeding 2019

Per 2019 zijn er veranderingen in het stelsel voor de verdeling en uitkering van de reprorechtvergoedingen. Op deze pagina vindt u hierover meer informatie.

Wat is er veranderd per 2019?

Per 2019 keert Stichting Reprorecht alle reprorechtvergoedingen uit aan verdeelorganisaties, ter verdere verdeling.

Met deze verandering is de procedure voor ontvangst van een reprorechtvergoeding voor uitgevers veel eenvoudiger geworden: zij hoeven de reprorechtvergoeding voor hun freelance tekstauteurs niet meer door te betalen. Daarbij zijn de belangen van alle rechthebbenden goed geborgd nu de reprorechtvergoedingen verdeeld en uitgekeerd worden door hun eigen auteursrechtenorganisatie: als verdeelorganisatie kunnen zij het beste de belangen van hun eigen achterban vertegenwoordigen.

Terug naar boven

Hoe verliep de verdeling en de uitkering van de reprorechtvergoedingen in het verleden?

1986: Reprorecht startte met de inning van de wettelijke reprorechtvergoeding bij de sectoren overheid en onderwijs voor alleen het fotokopiëren van tekst.

1988: de eerste vergoedingen werden uitgekeerd.
De volledige vergoedingen in de categorieën vak, wetenschap en educatief werden uitgekeerd aan uitgevers op basis van hun omzet in die categorie, uitgevers betaalden de helft van het tekstaandeel door aan de freelance tekstauteurs waarmee zij hadden samengewerkt.

2003: Reprorecht startte met de inning van de wettelijke reprorechtvergoeding bij het bedrijfsleven, en met de inning voor het fotokopiëren van beeld (foto’s, illustraties, etc.).

2013: naast wettelijk fotokopiëren start Reprorecht met de inning van de niet-wettelijke vergoeding voor bepaalde vormen van digitaal hergebruik (bijv. scannen en e-mailen), op basis van mandaten van uitgevers (verkregen via PRO-mandaat), tekstauteurs (verkregen van Stichting Lira) en beeldmakers (verkregen van Stichting Pictoright).

In de aanloop naar 2016 kwam in het Reprorechtbestuur een gesprek op gang over de optimale wijze om de reprorechtvergoedingen uit te keren aan freelance tekstauteurs in de categorieën vak, wetenschap en educatief. De auteursvertegenwoordigers verzochten om een verdeling van de vergoedingen aan de top en uitkering aan verdeelorganisaties voor tekstauteurs, in plaats van de tot dan gebruikelijke doorbetaling door uitgeverijen. Dit leidde uiteindelijk tot het Reprorecht Repartitieconvenant dat eind 2016 werd getekend, waarin nieuwe afspraken gemaakt werden die zagen op de verdelingen 2015 (inning 2014) tot en met 2021 (inning 2020). De partijen in het Reprorecht Repartitieconvenant 2016 waren Reprorecht, Stichting PRO, de Mediafederatie (toen nog het NUV), Stichting Lira en Stichting Pictoright.

2015-2018: Reprorecht verdeelde de vergoedingen volgens het Reprorecht Repartitieconvenant met afspraken voor de verdelingen 2015 t/m 2021 (inningsjaren 2014 t/m 2020).
Reprorecht keerde de vergoedingen aan dezelfde partijen uit als voorheen. Wel werd van het totaal van de vergoedingen voor uitgeverijen en tekstauteurs eerst 8% toegevoegd aan het Reprorecht Auteursfonds, dat bij Stichting Lira in beheer was. Deze 8% van de vergoedingen was bestemd voor freelance tekstauteurs van uitgeverijen die niet deelnamen aan de verdeling door Reprorecht. Zij konden via Stichting Lira hun vergoeding ophalen uit het Auteursfonds.
Er kwam een nieuwe verdeling met een 50/50-verhouding tussen de wettelijke (fotokopieer-) en de niet-wettelijke (digitale) vergoeding. Als consequentie van de uitspraak in de HP/Reprobel-zaak die diende aan het Europees Hof komt het wettelijk deel van de vergoeding volledig toe aan de tekstauteurs en beeldmakers. Uitgeverijen hebben alleen aanspraken voor teksten en beelden gemaakt door tekstauteurs en beeldmakers die bij hen in loondienst zijn: het zogenaamde fictief makerschap in de Auteurswet. Voor het niet-wettelijke deel van de vergoeding werd een 50/50-verhouding vastgesteld tussen enerzijds uitgeverijen en anderzijds tekstauteurs en beeldmakers, waarbij rekening gehouden werd met een forfaitair percentage fictief makerschap (tekst en beeld gemaakt in loondienst) van uitgeverijen per categorie uitgegeven werk. Deze percentages werden vastgelegd in een tabel in het Convenant. Tevens werd als consequentie van de HP/Reprobel-uitspraak een compensatie over het verleden afgesproken, omdat verondersteld wordt dat tekstauteurs en beeldmakers ook in het verleden recht hadden op de volledige wettelijke reprorechtvergoeding.
De impact op de verdeling verschilde per categorie. Over het totaal van de vergoedingen veranderde de verdeling ruwweg van een 50/50-verhouding voor enerzijds de tekstauteurs en beeldmakers en anderzijds de uitgeverijen naar 70% voor de tekstauteurs en beeldmakers en 30% voor de uitgeverijen.
Ook kwam er een strikte doorbetalingsinstructie voor uitgevers die vergoedingen ontvingen uit de categorieën vak, wetenschap en educatief: dit was een procedure voor het verdelen en doorbetalen van de vergoeding voor freelance tekstauteurs door uitgeverijen. Uitgeverijen ontvingen twee aparte facturen met gesplitste aandelen om een tijdige en adequate verdeling onder freelance tekstauteurs te garanderen en controleerbaar te maken.

Terug naar boven

Waarom is het stelsel voor de verdeling en uitkering van de reprorechtvergoedingen per 2019 veranderd?

De uitvoering van de doorbetaling aan freelance tekstauteurs volgens de doorbetalingsinstructie leidde bij sommige uitgevers tot knelpunten. Reprorecht is met de andere Convenantpartijen (Stichting Lira, Stichting PRO, de Mediafederatie en Stichting Pictoright) om tafel gegaan om een structurele oplossing te vinden; in de tussentijd werden tijdelijke oplossingen afgesproken om de freelance tekstauteurs toch van een reprorechtvergoeding te verzekeren.
De veranderingen per 2019 bieden volgens alle betrokken partijen een goede oplossing om freelance tekstauteurs, freelance beeldmakers en uitgevers op een adequate en efficiënte manier hun reprorechtvergoedingen uit te keren. Reprorecht keerde de vergoedingen in andere categorieën werken ook al uit aan verdeelorganisaties. De verdeelorganisaties bestaan dankzij en voor hun eigen achterban. Zij kunnen daarom het beste de belangen van hun eigen achterban vertegenwoordigen als het gaat om de verdeling en uitkering van de reprorechtvergoedingen.

Wilt u meer weten?

Meer gedetailleerde informatie over de verdeling van de vergoedingen vindt u in ons jaarverslag en het Reglement Uitkeringen.

Terug naar boven

terug naar vorige pagina